Starlab, een commercieel ruimtestation ontworpen om menselijke aanwezigheid in een lage baan om de aarde te ondersteunen, ontwikkeld door Voyager Space en Airbus, is een stap dichter bij de realiteit.
Tijdens de ESA-top ondertekenden de twee bedrijven een Memorandum of Understanding met het agentschap over het Starlab-ruimtestation. De overeenkomst schetste de focus van het station op het bevorderen van wetenschap en technologie, en hoe de samenwerking astronauten een alternatieve bestemming in een lage baan om de aarde zou bieden. Momenteel is het ISS de belangrijkste optie, maar het is de bedoeling dat het in 2030 buiten gebruik wordt gesteld, en de volledige verwijdering van het station uit de baan zou in 2031 moeten plaatsvinden.
Na het einde van het ISS wordt verwacht dat ruimtevaartagentschappen ESA en NASA steeds meer zullen kijken naar commerciële ruimtestations om de menselijke aanwezigheid in de nabije ruimte te ondersteunen. Starlab zal deze rol in de toekomst, althans gedeeltelijk, vervullen voor de ruimtevaartagentschappen van individuele ESA-lidstaten. Er wordt verwacht dat het al in 2028 van start zal gaan en dat de werkzaamheden in 2029 zullen beginnen. Dit omvat onder meer de toegang voor astronauten om te vliegen en onderzoek uit te voeren, maar ook het bieden van mogelijkheden voor commerciële bedrijfsontwikkeling.
"ESA heeft grote waardering voor het initiatief voor het commerciële ruimtestation Starlab en het potentieel ervan", aldus ESA-directeur-generaal Josef Aschbacher. "Onze teams kijken ernaar uit om nauw samen te werken met de Starlab-teams hier in Europa en de VS."
Experimenten die bij Starlab zouden kunnen worden uitgevoerd, zouden onderzoek voor de biologische wetenschappen kunnen omvatten dat al meer dan twintig jaar op het ISS wordt uitgevoerd. Ze hebben bijvoorbeeld betrekking op de studie van het effect van microzwaartekracht op levende organismen. Ook wordt het mogelijk om onderzoek te doen op het gebied van geavanceerde robotica en AI op basis van Europese technologieën.
"De overeenkomst met ESA is van cruciaal belang omdat we de internationale samenwerking in de ruimtevaartindustrie blijven ontwikkelen en richting de oprichting van Starlab gaan, dat de opvolger van het ISS zal zijn", aldus Matthew Kuta, president van Voyager Space. “We kijken ernaar uit om met Airbus en ESA samen te werken om de Europese aanwezigheid in de ruimte uit te breiden en ervoor te zorgen dat Europa de volgende generatie van commerciële ruimteverkenning leidt.”
ESA en Airbus hebben een lange geschiedenis van samenwerking in een lage baan om de aarde. Naast de levering van een servicemodule voor het Orion-ruimtevaartuig aan het agentschap, de Europese bijdrage aan het Artemis-programma van NASA en vijf geautomatiseerde transportvoertuigen die naar het ISS vlogen, leverde Airbus ESA ook de Columbus-module.
“Wij bij Airbus zijn blij dat ESA naar de toekomst kijkt en grote interesse toont in Starlab”, aldus Mike Schellhorn, CEO van Airbus. "Onze samenwerking op dit ruimtestation is gebaseerd op een lang en succesvol partnerschap in de ontwikkeling en exploitatie van een breed scala aan bemande en onbemande ruimtevaartuigen."
Lees ook: